Advies Begroting 2014 en MJP 2014-2023
Inleiding
Tot onze spijt heeft het gewijzigde/vroegtijdige overleg over de begroting en het MJP 2014-2023 niet geleid tot een advies dat de BBZ heeft kunnen uitbrengen voordat de Raad van Toezicht deze stukken definitief heeft vastgesteld. Dit vroegtijdige overleg heeft de BBZ zeer gewaardeerd, echter de adviesaanvraag heeft ons pas na 19 december 2013 bereikt.
Dit heeft tot gevolg dat de BBZ over de begroting en de MJP zelf geen advies geeft maar wel voorstelt om al direct in het nieuwe jaar van 2014 te starten met een overleg dat, naar wij hopen, z’n weerslag kan krijgen in de begroting voor 2015 en het MJP 2015-2024.
Aan dat overleg ligt de onderstaande gedachte van de BBZ ten grondslag.
De BBZ is zich ervan bewust dat een en ander het gevolg is van nieuw overheidsbeleid. Er zijn echter bijzondere omstandigheden van toepassing die een tijdelijke afwijking van dat beleid rechtvaardigen en de BBZ is beschikbaar om dit samen met de directeur-bestuurder en mogelijk de Raad van Toezicht onder de aandacht te brengen van het bevoegd gezag.
Bijzondere omstandigheden ZVH
Op advies van de BBZ heeft ZVH de afgelopen jaren haar organisatiestructuur ingrijpend aangepast en haar doelstellingen danig bijgesteld in die zin dat de doelgroepen van beleid weer centraal zijn komen te staan. Dit heeft tot substantiële kostenbesparingen geleid.
Voorts heeft ZVH besloten om de planontwikkeling van sloop-nieuwbouw van ca. 20% van haar bezit te stoppen en betreffende woningen in stand te houden. Omdat, in afwachting van de voorgenomen sloop, onderhoud aan deze woningen veel te lang op zich heeft laten wachten en bewoners aldus langer in woningen moeten blijven wonen die niet meer voldoen aan de eisen van deze tijd.
De noodzakelijke ingrepen aan deze woningen zijn door de nadere eisen van de overheid uitgesteld tot medio 2018 tot medio 2023, omdat eerst de lening portefeuille beter in verhouding tot de waarde van het bezit gebracht moet worden.
De BBZ is van oordeel dat dit anders kan met (op termijn) behoud van de taakstelling door de overheid.
Overwegingen
Op dit moment is de rente historisch laag. Naar verhouding is het dus goedkoop om op dit moment (aflopende) leningen te herfinancieren. Naar verwachting zal de rente, bij economisch herstel, de komende jaren stijgen. De BBZ is van mening dat leningen voordeliger afgelost kunnen worden op het moment dat de rente is gestegen, bijvoorbeeld vanaf 2018.
Daar tegenover staat dat door de crisis aannemers en bouwbedrijven op dit moment veel goedkoper hun diensten aanbieden dan voor de crisis het geval was. Naar verwachting zullen deze prijzen weer aantrekken indien de crisis is afgelopen, bijvoorbeeld vanaf 2018.
De BBZ stelt hierdoor voor om de versnelde aflossingen en het wegwerken van onaanvaardbare onderhoudsachterstanden in de tijd om te draaien. Het mes snijdt daarmee aan twee kanten. Enerzijds worden (rente)kosten uitgespaard en anderzijds wordt bespaard op onderhoudskosten.
Het lijkt de BBZ toe dat deze argumenten het bevoegd gezag over de streep kunnen trekken omdat het ook in haar belang is dat ZVH kosten bespaart en haar doelstelling (beperking van de lening portefeuille) op termijn toch wordt gerealiseerd.
De BBZ nodigt u uit hieromtrent op korte termijn te overleggen, mogelijk in aanwezigheid van de (voorzitter of de Auditcommissie) van de Raad van Toezicht.
Aldus is besloten in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de BBZ op 8 januari 2014.