Advies Leveringsovereenkomst en –voorwaarden
Inleiding
Deze adviesaanvraag is gedateerd op 5 december en heeft de BBZ later bereikt.
Het is ZVH bekend dat de BBZ elke eerste maandag in de maand haar vergadering houdt.
Op 21 december hebben veel huurders de leveringsovereenkomst en –voorwaarden al in de bus gekregen.
Ook hier geldt dus weer dat de adviesaanvraag als mosterd na de maaltijd wordt opgediend, terwijl de komst van de Warmtewet al langer bekend is. De aanbieding van bedoelde stukken aan betreffende huurders achten wij dan ook niet legitiem.
Desondanks zullen wij inhoudelijk adviseren.
Opmerkingen
- Bij het aanbieden van de leveringsovereenkomst zijn geen gegevens meegezonden over de tarieven van het vastrecht, de variabele vergoeding en het tarief van de bemetering (het tarievenblad). De kosten van het verdelen van de warmtekosten in complexen over de individuele woningen ontbreken eveneens. Naar ons oordeel is ZVH daartoe wel verplicht.
-
In art. 2.2. van de overeenkomst is sprake van een automatische verhoging van de prijzen door belastingen en/of heffingen. Naar ons oordeel hoeven dit niet vanzelfsprekend verhogingen te zijn. Hierdoor adviseren wij ‘verhoogd’ te vervangen door ‘aangepast’.
-
In art. 3.3 van de overeenkomst staat dat de rechten en plichten overgedragen kunnen worden door de leverancier aan een door haar te bepalen derde. Naar ons oordeel is een dergelijk besluit door de leverancier onderhevig aan instemmingsrecht van betreffende Bewonerscommissie(s) of de BBZ (zie ook art. 3.4 en 24.2 van de voorwaarden).
-
Onder het kopje ‘facultatieve bepaling’ in de leveringsvoorwaarden zijn in de artikelen 4.4a en 4.4b beperkingen voor de levering van warmte. De BBZ is het niet met deze beperkingen eens omdat Verbruikers ook buiten die beperkingen behoefte aan warmte kunnen hebben. De BBZ adviseert om deze beperkingen te schrappen.
-
In artikel 5.2 staat ‘bij een maximale buitentemperatuur….’ moet volgens de BBZ zijn: ‘bij een buitentemperatuur van 15° of lager…’. Tevens adviseert de BBZ in art. 5.2 expliciet te vermelden dat ‘de eerste melding’ opgaat voor het gehele complex waar de storing plaatsvindt. Op grond van de Warmtewet is de Leverancier gehouden de compensatie uit eigen beweging uit te keren en niet na een schriftelijk verzoek daartoe (art. 5.3). Dit laatste artikel dient dus in die zin aangepast te worden.
-
De regeling van zekerheidstelling (zie art. 16.1 t/m 16.4) acht de BBZ niet meer van deze tijd, zeker niet waar het waarborgsommen betreft. De eis tot vooruitbetaling, al dan niet via voorschotbedragen in de servicekosten, acht de BBZ voldoende qua zekerheid. De BBZ adviseert de artikelen 16.3 en 16.4 te schrappen.
-
In artikel 18 (onderbreking van de levering) dient naar het oordeel van de BBZ een minimale buitentemperatuur vermeld te worden waaronder levering van warmte in elk geval niet onderbroken mag worden. Gedacht kan worden aan een buitentemperatuurgrens van 0°. De BBZ adviseert art. 18.4 hierop aan te vullen.
-
De BBZ adviseert om in eerste aanleg een centrale meetinrichting bij complexmatige stookinstallaties aan te leggen en betreffende Bewonerscommissie en/of de BBZ te laten meebeslissen bij de keuze van een warmtemeterleverancier indien tot individuele bemetering wordt overgegaan (zie artikel 11).
-
De BBZ adviseert om bij wijziging(en) van de leveringsvoorwaarden (art. 23.1 en 23.2) gekwalificeerd advies te vragen aan de BBZ.
-
De BBZ adviseert om geen kosten in rekening te brengen (art. 11.4) indien de Verbruiker om privacy niet instemt met het op afstand uitlezen van meetgegevens bij individuele bemetering.
Jaarafrekening
Binnenkort worden de jaarafrekeningen energieverbruik verstuurd aan de complexen met gemeenschappelijke energievoorzieningen.
In relatie tot de nieuwe Warmtewet en de uitkomsten van de Energietender adviseren wij om per complex een duidelijk overzicht te verstrekken van de kostenopbouw van energie per eenheid over het
afgelopen jaar en die van het huidige jaar, welke ten grondslag zal liggen aan eventuele nieuwe voorschotbedragen.
Bij de opstelling van deze informatie wordt de Bewonersraad graag betrokken voordat deze wordt verstuurd aan de bewoners van bedoelde complexen.Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur op 8 januari 2014.